Hemiplegie website
Mijn naam is Chantal Goderis. Ik werk als verpleegkundige in het Heilig Hart Ziekenhuis te Roeselare (België).
Zoals jullie zullen merken, staat deze website nog maar in zijn kinderschoenen. Om een tipje van de sluier op te lichten, zal ik alvast iets schrijven over NDT. (NDT zal heel waarschijnlijk een heel stuk van mijn homepage innemen.)
NDT is een behandelconcept voor hemiplegie - patiënten die een ware opmars maakt.
NDT betekent Neuro Developmental Treatment of vertaald betekent dit 'ontwikkelingstherapie'.
Dit is een behandelconcept gebaseerd op de ontwikkeling van ons zenuwstelsel en is afgeleid van de Bobath-therapie. Deze therapie werd ontwikkeld door het echtpaar Bobath. Bertha die fysiotherapeute was, vond de behandeling uit. Carl, die neuroloog was, schreef een theoretische verklaring voor het werk van Bertha. Aanvankelijk behandelden zij kinderen met ontwikkelingsstoornissen; later behandelden zij ook volwassen hemiplegiepatiënten.
Pat Davies, die fysiotherapeute is, werkte deze behandeling verder uit tot NDT.
NDT gaat er vanuit dat motoriek en sensoriek zeer sterk verbonden zijn met elkaar. (Het begrip 'sensoriek' wordt hier wel zeer breed opgevat : sensoriek betekent hier ook horen, zien, dieptegevoel ... .) Voorbeeld : Papier verfrommelen
Voorbeeld : Slikprobleem.
Een van de oorzaken van slikproblemen is een gedeeltelijke of volledige afwezigheid van sensoriek in de mondholte. Daardoor voelt de patiënt de voedselbrokken niet met als gevolg zich verslikken.
Principes van het NDT concept.
1. Consequentheid van handelen.
Dit betekent dat iedereen die met de patënt omgaat ( ergo, kiné,logo, verpleging, arts, sociale dienst ) dit telkens op dezelfde wijze moet doen. Zo krijgt de patiënt een goede kans om een beweging of handeling aan te leren.
Wanneer dit niet zou gebeuren, dat bestaat de kans dat de patiënt als het ware 'door de bomen het bos niet meer ziet '. Hij raakt gedemotiveert en valt terug op de
compensatiemethode.
Enkele praktische voorbeelden.
Inrichting van de kamer : Het nachtkastje, de tafel enz. moeten langs de hemiplegische zijde staan. het bed moet zo geplaatst worden dat de patiënt zoveel mogelijk input kan krijgen via zijn hemiplegische zijde.
Transfers : Deze moeten door iedereen op dezelfde wijze gebeuren.
ADL-functies : Ook deze moeten door zowel de verpleegkundige als de ergotherapeute op dezelfde wijze gebeuren.
2. Schakel de aangedane zijde zoveel mogelijk in.
Zo kan het negeren van de aangedane zijde vele gevolgen hebben. Er kan een verminderde sensorische informatie verkregen worden zodat de motoriek zich minder of niet herstelt. Er kan door mechanische en neurologische oorzaken een verhoging van de spasticiteit optreden.
Daarom is het goed om symmetrisch te werken. Bv.: Transfers met bidgreep uitvoeren als dit kan, zitten in de zetel met de bidgreep.
3. Geef zoveel mogelijk prikkels vanuit de aangedane zijde.
Wanneer de patiënt langs de aangedane zijde benaderd wordt, krijgt hij langs deze zijde ook meer prikkels. Zo zal er vlugger een motorische reactie optreden, met als gevolg een vlugger herstel van de motoriek.
4. Zorg voor symmetrie in houding en beweging.
Beide lichaamshelften moeten goed samenwerken. Bv.: Op beide zitknobbels zitten, op beide benen staan (zo worden beide benen evenveel belast).
Later kan dan het integreren van beide lichaamshelften gebeuren. Dit betekent beide lichaamshelften doen samenwerken, wat gebeurt bij het leren stappen.
5. Hou de tonus zo normaal mogelijk.
Door telkens de normale beweging na te bootsen, blijft de tonus normaal. Met een normale tonus kan de patiënt de bewegingen normaal (mits hulp) uitvoeren.
Bv.: Door te liggen op de aangedane zijde, wordt de tonus verlaagd.
6. Breng regelmaat en structuur in het handelen.
Er moet altijd dezelfde volgorde gehanteerd worden in een bepaalde handeling.
Bv.: De volgorde van het aankleden van de patiënt moet altijd gelijk zijn.
7. Zoek aanknopingspunten met de ADL.
Het oefenen van bewegingen op zich heeft minder succes dan wanneer de beweging gekoppeld wordt aan een handeling die zinvol is. Een zinvolle handeling kan zijn ' zich leren wassen ' of een handeling die in relatie staat met het beroep of hobby van de pzatiënt.
Zo hebben de handelingen een doel en zal de patiënt meer gemotiveerd zijn. Een handeling uit het beroep of uit de hobby van de patiënt kan latent in de hersenen geprogrammeerd zijn zodat deze handeling dan zeer vlug aangeleerd of opgeroepen kan worden.
8. Voer handelingen uit in een normale omgeving op de juiste tijd.
Herleren van motoriek gaat beter in een omgeving die normaal is voor deze handeling. Zo is het beter de patiënt te wassen aan de lavabo dan in bed.
9. Vraag zoveel mogelijk activiteit van de patiënt.
Laat de patiënt doen hetgeen wat hij zelf kan. Zo krijgt hij de kans de bewegingen te 'ervaren'. Er mag wel niet teveel van de patiënt gevraagd worden omdat dan de tonus teveel gaat stijgen doordat de patiënt zich teveel inspant.
De oefenperiodes mogen niet te lang zijn en er moet veel afwisseling in de oefeningen zijn.
Deze website werd maal bezocht.